Nederlandse industrie helpt bij
bouw Zuid-Koreaans raketschild
Persbericht, 9 december 2001
Op 20 december vindt het Algemeen Overleg plaats van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en Defensie over transatlantische relaties, wapenbeheersing en NAVO. Het Project on European Nuclear Non-Proliferation en de Campagne tegen Wapenhandel hebber er bij de leden van deze commissies op aangedrongen zich in te zetten voor een verbod op een Nederlandse levering van raketschildgerelateerde technologie aan Zuid-Korea.
Onlangs werd bekend dat de kans groot is dat Thales Nederland (voorheen Hollandse Signaal Apparaten) volgend jaar radar- en gevechtssystemen gaat leveren aan Zuid-Korea. Deze systemen kunnen na enkele geringe aanpassingen ingezet worden voor verdediging tegen ballistische raketten. Voor de Nederlandse en Duitse marine vormt deze technologie de basis voor een raketschild op zee. Het systeem is volgens militaire analisten vergelijkbaar met het bekendere Aegis systeem dat de Amerikaanse marine en enkele bondgenoten in gebruik hebben of nemen. APAR en Aegis zijn maritieme systemen voor de verdediging tegen ballistische raketten voor het strijdtoneel (theatre). Een dergelijke levering draagt bij aan het gelaagde en geïntegreerde wereldwijde systeem tegen ballistische raketten.
De introductie van een dergelijk systeem in Oost-Azie verzwakt de veiligheid en stabiliteit in Oost-Azie. De Zuidkoreaanse wetenschapper Lee Sam-sung stelde tijdens de Asia Europe Meeting in Seoul (ASEM III, Oktober 2000) dat de introductie van dit schild in de regio leidt tot verscherping van de kloof tussen Noord- en Zuid-Korea en tussen Japan en China. Verscherping van deze tegenstellingen verkleint eveneens de kans dat er gezocht wordt naar een alternatieve regionale veiligheids politiek voor Oost-Azie, aldus Lee.
Bovendien is een levering als boven beschreven niet conform de politiek van de Nederlandse regering. De Nederlandse regering is bekend met de gevaren van de introductie van het raketschild in Oost-Azie en bepleitte bij de Verenigde Staten terughoudendheid bij het introduceren hiervan om een verdere wapenwedloop in de regio zoveel mogelijk te voorkomen (antwoorden op vragen over de Defensienota 2000, 28/01/00). Levering van dergelijke technologie is daarom incoherent met het Nederlandse beleid en is gezien de veiligheidssituatie in Oost-Azië onverantwoord.
De Nederlandse overheid zou zich (binnen Europese Unie verband) in moeten spannen voor steun aan de dialoog tussen Noord- en Zuid-Korea. In januari 2001 sprak de Europese Unie zich duidelijk uit voor een dergelijke steun. In mei 2001 stelde de Europese Commissie een bijdrage te willen leveren aan het reduceren van de spanning op het schiereiland.
We moeten vrezen dat de introductie van onderdelen voor het raketschild deze verhoudingen – en die met China, de onmisbare partner voor een diplomatieke oplossing tussen beide Korea’s – verder op scherp zullen zetten en daarom niet in het belang van het versterken van deze dialoog is.
Voor meer informatie:
Martin Broek
Campagne tegen Wapenhandel:
tel 020-6164684, 0627241915.