Nieuw speelgoed; de defensienota van Rutte zoveel

Gepubliceerd in Vredes magazien 03/2018 – “Koninkrijk: Kwetsbaar voor maatschappelijke ontwrichting (gevolgen terrorisme, cyberaanvallen, buitenlandse inmenging en niet-reguliere migratie).” Zo begint de defensienota 2018. Het is een wat koddig ogende nota met veel plaatjes en weinig tekst, maar hij geeft wel bedragen en tijdlijnen voor investeringen in de volgens velen verwaarloosde krijgsmacht. Keuzes worden er niet gemaakt; defensie moet ‘veelzijdig inzetbaar’ blijven. En in 2020 wordt er tussentijds geëvalueerd; mogelijk komt er dan weer extra geld bij. Voorlopig moet defensie het doen met anderhalf miljard extra.

Een verzwakte krijgsmacht?

De militaire uitgaven in 2017 bedroegen wereldwijd $1739 miljard, ofwel 2.2 % van het wereldwijde bruto nationaal product, ofwel $230 per persoon. Deze cijfers zijn afkomstig van SIPRI, het Stockholm International Peace Research Institute dat sinds 1966 onafhankelijke gegevens over bewapening publiceert. De grootste groei zit in Azie en het Midden-Oosten, met name China, India en Saoedi-Arabië. De uitgaven van China groeide in 2017 met 5.6% tot $228 miljard. Rusland gaf vanwege zijn stagnerende economie 20% minder uit aan defensie dan het voorgaande jaar, namelijk $66,3 miljard. De uitgaven van de VS bleven constant met $610 miljard, dat is meer dan de gezamenlijk uitgaven van de zeven daaropvolgende grootste landen. De Amerikaanse organisatie National Priorities Project (“for a U.S. federal budget that prioritizes peace, economic security and shared prosperity”) berekende dat van elke Amerikaanse dollar aan inkomstenbelasting 23 dollarcent naar de krijgsmacht gaat, waarvan 11 dollarcent naar de militaire industrie.

De 29 landen van de NAVO gaven in 2017 samen $900 miljard uit. Dat is 52% van de totale militaire uitgaven van de wereld. Toch oefent de NAVO druk uit op zijn leden om 2% van hun BNP aan defensie te gaan besteden. Binnenskamers geeft men in NAVO kringen toe dat die 2% vooral een politiek drukmiddel is. Als de lat hoog wordt gelegd ontstaat de indruk dat het tekort fors is, en creëer je politieke ruimte om de budgetten te laten groeien.

In Nederland werkt dat uitstekend. Na de zuinige jaren door de economische crisis is het defensiebudget met 900 miljoen extra door het vorige kabinet weer op het niveau van voor de crisis gebracht; grofweg 8 miljard euro. Daar komt in elk geval nog de komende jaren 1,5 miljard bij, zodat defensie in 2021, aan het einde van deze kabinetsperiode, op 9,5 miljard zit. Dat is geen 2% van het BNP maar wel een forse verhoging. De EU vindt dat daarvan dan minstens 20% moet gaan naar de aanschaf van nieuwe wapens, mede om de Europese wapenindustrie te stimuleren en concurrerend te maken op de wereldmarkt.

Waar blijft het geld

Een flink deel van het militaire budget van Nederland is de laatste jaren besteed aan hoge onderhoudskosten tengevolge van slijtage door de vele missies. Woestijnzand kruipt overal tussen. En verder aan de JSF of F-35, het duurste wapenprogramma ooit. Volgens de Amerikaanse Rekenkamer kost de F-35 de Amerikanen $400 miljard voor de bouw van de vliegtuigen en dan nog eens $1000 miljard voor het onderhoud de komende 60 jaar. Van datzelfde geld hadden heel wat arme Amerikaanse jongeren een opleiding kunnen krijgen, merkt het National Priorities Project op.

Nederland trekt 4,5 miljard uit voor de F-35. Daarvoor zouden er ooit 88 gekocht worden maar door de almaar stijgende kosten kunnen daar nu nog 37 van betaald worden. En hoewel sommigen aandringen op budget voor meer toestellen (o.a. Hirsh Ballin bij presentatie van het WRR-rapport ‘Veiligheid in een Wereld van Verbindingen’) zit dat er de komende kabinetsperiode niet in. Voorlopig is niet de luchtmacht maar de marine aan de beurt voor forse investeringen. Twee fregatten en zes mijnenjagers worden vervangen, en er komt een tweede bevoorradingsschip. Verder wordt de zware bewapening (kanonnen en raketten) van de vloot vernieuwd.

Wel wordt voor de luchtmacht nu bewapening voor de F-35 aangeschaft, onder meer raketten voor middellange en lange afstand. En er komen ‘zelfbeschermingsmiddelen’ voor de F-35. Dat wil zeggen, als het toestel aanvalt (want daar is het voor ontworpen) en de vijand (Noord-Korea? Iran? China?) schiet terug vanaf de grond of uit de lucht, kan de F-35 zichzelf beschermen. Net als bij knokpartijtjes op het schoolplein (“hij begon”) moet ‘zelfbescherming’ ruim worden begrepen. Het gaat erom de sterkste te zijn, dan kan je je beter verdedigen maar dan kan je ook makkelijker aanvallen. De verwachting is dat ‘onze’ F-35 uiteindelijk ook kernwapens krijgt, maar die zullen de Amerikanen betalen. Het blijven tenslotte hun bommen, al gaan Nederlandse piloten ermee vliegen.

Moderniseren bij land- en luchtmacht

De eerste jaren van deze kabinetsperiode zal de krijgsmacht vooral investeren in ‘basisgereedheid’.

Het is sympathiek dat er geld wordt vrijgemaakt voor personeelsvoorzieningen. Net als bij zorg en onderwijs is bij de krijgsmacht personeelstekort een groot probleem, vooral bij technisch personeel, dat elders op de Nederlandse arbeidsmarkt ook erg gewild is. Defensie wil fors investeren in cybersecurity maar slimme IT’ers kunnen bij commerciële bedrijven veel meer verdienen. Daarom probeert men creatief te werven, onder meer met hippe pop-up banenwinkels, veel online advertenties gericht op jongeren, en zelfs met voorlichting op basisscholen. In Nederland mag je vanaf 16 jaar tekenen voor de krijgsmacht. Zoals een 16-jarige opmerkte: “Ik mag voor mijn 18e geen gewelddadige games kopen, ik mag niet stemmen, maar ik mag al wel tekenen om echt te gaan schieten en doodgeschoten te worden.”

Naast modernisering van de personeelsvoorzieningen zullen allerlei voer- en vaartuigen de komende jaren gemoderniseerd worden. Onder meer de pantservoertuigen Fennek en Bushmaster en de pantserhowitsers worden voor miljoenen verbeterd (‘midlife update’). Voor de wapenindustrie zijn dit soort updates een belangrijke bron van inkomsten. Daarnaast wordt de bewapenbare lange-afstandsdrone voor de luchtmacht aangeschaft, de MALE UAV. Deze aanschaf was al enkele jaren geleden voorzien maar werd uitgesteld vanwege bezuinigingen. Het ‘Medium Altitute Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle’ wordt aangeschaft voor verkenningsvluchten maar kan op den duur ook met raketten worden uitgerust. De regering zegt dit niet van plan te zijn. Je kan je afvragen waarom je een bewapenbare drone aanschaft als je hem niet wilt bewapenen, een minder zwaar toestel zou dan een logischer optie zijn.

De rol van het parlement

De informatievoorziening over investeringen in materieel is recent nog eens door staatssecretaris Barbara Visser aan de Tweede Kamer uiteengezet. De Kamer wordt geïnformeerd via brieven: “Het betreft de behoeftestelling (A-brief), de onderzoeksfase (B-brief) en eventueel vervolgonderzoek (C-brief). (…) De D-brieven over de verwervingsvoorbereiding ontvangt de Kamer nadrukkelijk ter behandeling, zodat er geen onomkeerbare stappen worden gezet (contractsluiting) voordat de Kamer deze D-brief heeft kunnen behandelen.” Mooi dat het parlement mag meedenken, maar in de Verenigde Staten kent men de behoeftestelling en verwervingsvoorbereiding van ’the kingdom of The Netherlands’ soms net iets eerder. De modernisering van de Nederlandse Apache werd al in februari van dit jaar door het Amerikaanse Congres goedgekeurd. “The Netherlands will use the enhanced capability to strengthen its homeland defense and deter regional threats, and provide direct support to coalition and security cooperation efforts” schrijft het Defense Security Cooperation Agency (News Release Feb. 20 2018). De Tweede Kamer is hiervan pas op 1 mei met een A-brief op de hoogte gesteld. En ‘om aan te kunnen sluiten bij een moderniseringsprogramma van de Amerikaanse landmacht moet Defensie uiterlijk op 31 juli a.s. een overeenkomst tekenen’ meldt de staatssecretaris. Dus snel nog even de B, C en D brief erdoor jassen. Deze investering is eigenlijk al onomkeerbaar voordat de eerste brief aan de Kamer is verstuurd. Maar de Kamer vindt het waarschijnlijk allemaal best. De steun voor meer defensie-uitgaven is in Nederland bijna Kamerbreed en kritische vragen zijn zeldzaam. Bovendien leeft onze wapenindustrie voor een belangrijk deel van het produceren van onderdelen voor Amerikaanse gevechtsvliegtuigen- en helikopters. En het stimuleren en in stand houden van de eigen wapenindustrie, daar draait het bij defensie-investeringen ook om.

Wendela de Vries

 

..