Groningen, 29 februari 2008
– Met het besluit van vandaag om voor 275 miljoen euro twee JSF testtoestellen aan te schaffen stapt het kabinet nog een stap dieper in het moeras. Zes jaar deelname aan de JSF hebben geleerd dat door technische mankementen en veranderende politieke prioriteiten de risico’s van het project onverminderd hoog zijn. Inmiddels is er amper een weg terug, terwijl een brede discussie over nut en noodzaak van nieuwe bommenwerpers nog nooit is gevoerd. Dat mag van de regering pas in 2010 als ‘officieel’ een aanschafbesluit genomen wordt.
De kosten blijven oplopen en de onzekerheid neemt op een aantal cruciale terreinen toe. Zo blijkt ook uit de brief van Defensie van vandaag, waarin het tussen de regels door een verhoging van het projectbudget van liefst 206 miljoen meldt, die grotendeels te wijten is aan schuivende Amerikaanse plannen. Een serie ontwikkelingsproblemen en voortdurende geruchten over een geringere Amerikaanse behoefte aan JSF toestellen zijn een bom onder het programma. Afgelopen jaar lagen proefvluchten met de JSF zeven maanden stil na omvangrijke motorproblemen. Tegelijk staat de JSF in de VS onder druk van concurrerende bemande en onbemande toestellen. Nu Nederland zich al voor ruim een miljard euro aan de JSF heeft gecommitteerd dreigt daarom een enorm fiasco. Maar Defensie is liever ziende blind en horende doof.De Campagne tegen Wapenhandel roept het parlement op nee te zeggen tegen de aanschafplannen voor deze twee testtoestellen zolang geen debat over de totale JSF aanschaf op de agenda staat. Met de huidige regeringskoers is democratische besluitvorming een farce. Zeker nu een groot deel van de Nederlandse bevolking uiterst negatief staat tegenover militair ingrijpen in het ‘hoogste geweldsspectrum’, zoals nu in Afghanistan gebeurt, mag de discussie over de aanschaf van de JSF niet wachten tot 2010, wanneer feitelijk niets meer valt te kiezen.